zaterdag 26 april 2014

04 - Stammen

Numeri 26:52
Die land moet onder hierdie stamme verdeel word volgens die aantal geregistreerdes: gee 'n groot stam 'n groot gebied as besitting, gee 'n klein stam 'n klein gebied.


Namibië is een land waar veel groepen mensen samen wonen. Ze hebben allemaal hun eigen taal en cultuur. De officiële taal is Engels, maar vaak kun je ook met Afrikaans (Midden en Zuiden) of Duits (Aan de kust) terecht. Veel stammen spreken Afrikaans als tweede taal.

De San (of Bosjesmannen) zijn de oudste bewoners van het gebied dat nu Namibië heet. Ze zijn klein van stuk, hebben een gelige huid en mongoloïde trekken. Hun voorouders leefden de afgelopen 30.000 jaar in heel Zuidelijk Afrika. Hun ¨Rock art¨ is op talloze plaatsen in Namibië te vinden, o.a in Twyfelfontyn. Momenteel leeft nog een relatief kleine groep (40.000) moeizaam in het droge gebied van de Kalahari. Het is het oudste levende mensenras op aarde maar in Namibië staan ze onderaan de maatschappelijke ladder. Dit komt ook doordat ze tijdens de onafhankelijkheidssttrijd door de Zuid-Afrikaanse regering werden gedwongen om als spoorzoekers voor ze te werken. Het hele volk wordt nu gestraft voor deze gedwongen collaboratie. De Ovambo regering investeert nagenoeg niets in Boesmanland. Triest dat het oudste mensenras op aarde op deze manier langzaam aan het wegkwijnen is.


De San kregen hun naam (´Buitenstaander´) van hun buren en rivalen, de KhoikhoiMens- mensen´). De San waren jagers/verzamelaars, terwijl de Khoikhoi aan veeteelt deden en ook visten. Beide volken spraken een aan de Khoikoi-taal verwante ´kliktaal´. De meeste van deze stammen zijn door ziekte, uitroeiing (Genocide) en verdrijving verdwenen. 

De Ovambo (700.000) is de grootste (Bantu) bevolkingsgroep in Namibië. Ze zijn afkomstig uit Oost-Afrika en kwamen in de 15e eeuw naar Noord-Namibië en Zuid-Angola. Ze leven van landbouw en veeteelt maar zijn ook bedreven in metaalbewerking. In de meer afgelegen gebieden leven Obambo families nog in een ´Kraal´, begrens door een houten hek dat roofdieren buiten en vee binnen houdt. De verwante Kavango (300.000) leven in het Noord-Oosten van Namibië. Ze kwamen halverwege de 18e eeuw vanuit Angola naar Namibië en verdreven de San die destijds in dit gebied leefden.

Net als de San behoren de Damara (100.000) tot de oudste bewoners van Namibië. Ze zijn waarschijnlijk afkomstig uit Zambia, maar leven ook al duizenden jaren in Centraal- en West-Namibië. Ze leefden in ieder geval al in het gebied voordat de Herero arriveerden. Ze zijn verwant aan de Bantu´s maar spreken een aan Khoikoi verwante kliktaal. Damara zijn herders en kenden al vroeg koper- en ijzerbewerking.

Ook de Nama (60.000) spreken een kliktaal. Ze zijn de de grootste (en vrijwel enige) overgebleven groep van Khoikoi-stammen. Ze vestigden zich 2000 jaar geleden in het gebied rond de Oranjerivier, de grens met Zuid-Afrika. Door de behoefte van de ¨Boeren¨ aan land, en later de ´Diamondrush´ en de bouw van steden, trokken ze de afgelopen eeuwen naar Zuid-Namibië (Namaqualand) en verder naar het gebied rond Windhoek. Het zijn traditioneel schaapherders, maar velen werken als fabrieks- en land arbeiders. Nama´s die nog een traditionele leefwijze in stand willen houden worden worden cynisch ´Bittereinders´ genoemd.

De Herero en de verwante Himba zijn nomadische herders. Ze spreken nagenoeg dezelfde taal en zijn vermoedelijk rond 1650 uit het Oost-Afrikaanse merengebied naar Namibië getrokken. Ze leven momenteel in centraal- en Oost Namibië. De Duitse missionarisssen vonden hun (weinige) kleding onbeschaafd en bevalen ze zich te kleden volgens de toenmalige Victoriaanse Europese mode. Herero vrouwen dragen sindsdien Victoriaanse jurken met grote dwars geplaatste hoeden. De Himba leven in het afgelegen Noord-westen nog grotendeels op traditionele wijze. De vrouwen wassen zich nooit maar smeren zich in met rode klei.

De Caprivi´s (Lozi) leven in de Caprivi strip in het Noord-Oosten aan de Kwando en Zambezi. Ze spreken een eigen taal: ´Lozi´ en leven van visserij en veehouderij. Hun leven wordt sterk beïnvloed door het waterniveau in de Zambesi, met jaarlijkse migraties.


De Rehoboth Basters (55.000) zijn nakomelingen van de eerste blanke kolonisten en Nama. De kinderen werden kleurlingen of ´Basters´ (Bastaarden) genoemd. Ze hadden destijds een relatief hoge maatschappelijke status. Onder druk van de ´Boeren´ trok rond 1860 een groep van 90 families naar Namibië, op zoek naar vrijheid. In 1880 vestigden ze zich in het gebied van het huidige Rehoboth omdat daar een bron was. De naam is afgeleid van een waterput ´Rehobot´ uit het Bijbelboek Genesis. De Basters beschouwen hun naam als een geuzennaam.

De meeste Blanken (130.000) wonen in Windhoek en Swakopmund. Het zijn immigranten uit Duitsland en Zuid-Afrika (oa nakomelingen van de Dorsland-trek). Zwarten werden door blanke ´Boeren´ vaak slecht behandeld. In 1904 brak een oorlog met Herero- en Namastammen waarin heel veel slachtoffers vielen. De overlevenden werden samengedreven in concentratiekampen. Tussen 1904 en 1908 zijn ca 80.000 mensen omgekomen en zijn veel stammen gedecimeerd. De Duitse regering heeft in 2004 erkend dat er sprake was van genocide.

Namibië is een Democratie. In de regering hebben de Ovambo de meeste zetels. De economische macht ligt echter nog steeds bij de blanken: 4000 blanke boeren bezitten het overgrote deel van de grond.




Geen opmerkingen: