We rijden op de B4 richting Luderitz, pal west. Weer een kaarsrechte route, honderden km lang. De lucht is kurkdroog en helder. We kunnen 20 km vooruit kijken en 10 km achteruit. Geen auto te zien op deze prima maar nog steeds smalle asfaltweg.
Vanmorgen vroeg om 8:00 vertrokken van Hobas Campsite. Het opvouwen van de tent gaat steeds sneller. Met een sukkeldrafje de 120 km gravel terug richting Keetmanshoop genomen. De route is niet heel boeiend, afgezien van enkele mooie tafelbergen die blauw opdoemen aan de horizon.
Ik meen op de camping en in afgelegen plaatsjes een apart mensentype te zien: taai, tanige huid, beetje mager en zelfbewust. Zee in staat om hun eigen boontjes te doppen onder alle omstandigheden. Deze afgelegen plekken lijken nog steeds pioniersdorpen.
De mede-kampeerders en hun voertuigen lijken een beetje op hen. Iedere auto staat hoog op de wielen, dikke banden. Ze hebben allemaal veel water en grote brandstoftanks aan boord, scheppen en jerrycans opzij. Ze kennen het gebied en de risicoĊ en tippen elkaar over de toestand van de wegen of over mooie routes.
Bij Seeheim (slechts een hotel, geen plaatsje) gaan we links. Nog 170 km naar Aus, onze volgende stopplaats. 170 km, zeker op asfalt, is hier een lachertje. Je kunt hier op de tweebaanswegen harder en constanter rijden dan bij ons op welke snelweg dan ook.
Het landschap is hier een stuk boeiender. We rijden door de uitlopers van de Fish river canyon. Dan wordt het weer vlakker en saaier, tientallen im lang. Verderop komen er weer mooiere stukken afgewisseld door vlakker, steppe-achtig land.
We naderen Aus (300 inwoners). Het landschap ondergaat hier een metamorfose. We dalen enkele tientallen meters en links en rechts van ons rijzen prachtige paars/zwart (afhankelijk van de belichting door de zon) gekleurde heuvels op. De kleur van de hellingen verloopt van paars via rose, bruin naar hard geel, de kleur van het korte steppegras dat hier overal groeit. Het is een bovenaards mooi landschap met vreemde martiaanse kleuren. Het blijft zo tot aan Aus.
Aus is een kleine oase, genesteld tegen een lage bergrug. Volop groen. De Duitse kerk staat op een rots en is al van veraf zichtbaar. Over het spoor linksaf en dan zijn we in de 100 m lange mainstreet. Alle zijwegen zijn ¨grondpade¨. Er staan een paar stenen huizen, het prachtige en comfortabele ¨Bahnhofhotel¨, een benzinepomp annex garage annex winkel van sinkel. Onze (niet erg mooie) camping is ook hier.
We drinken koffie en reserveren een tafel voor deze avond. De kaart ziet er goed uit en het is weer niet duur. We besluiten om even op en neer te gaan naar Luderitz (240 km). Ons besef van afstanden is zich al aan het aanpassen. Alles is hier nog een paar maten groter dan in de USA. Tussen Aus en Luderitz ligt 120 km tweebaansweg. Daartussen ligt niets. Geen benzinepomp, geen water, geen garage. Alleen de Namib woestijn waarvan de uitlopers al voor Aus begonnen zijn.
Het wondermooie landschap zet zich de volgende 60 km voort. We rijden langs de nieuw aangelegde spoorweg naar Luderitz die het traject van de oud spoorweg volgt. We komen twee verlaten stationnetjes tegen, midden in deze barre woestenij. Bizar!
Enkele tientallen km voor Luderitz beginnen de waarschuwingsborden: ZAND! Ook borden met overstekende spiesbokken. Het wordt inderdaad steedsa zanderiger. Mooie sikkelduinen links en rchts van de weg. De nieuwe spoorrails zijn hier al weer ondergestoven. Dat gaat een uitdaging worden ze zandvrij te houden.
Vlak voot Luderitz zien we links het spookstadje ¨Kolmanskop¨ liggen. Het 80 jaar oude stadje ontstond hier in de tijd van de ¨Diamandrush¨. Diamanten bleken hier gewoon in het zand voor het oprapen te liggen. Men zocht er s-nachts naar met behulp van lampen. Dan glinsterden ze in het lamplicht. Er waren woonhuizen, kantoren, barakken voor de arbeiders. 20 jaar later is dit stadje van ooit vele duizenden inwoners al weer verlaten, de huizen overlatend aan de elementen. In deze kurkdroge omgeving werd het hout prima geconserveerd. Echter nadat de eerste ruiten sneuvelden stoven de huizen langzaam een voor een vol met zand. Als een bovenverdieping volstoof zakte het houten plafond in, en zo raakten de huizen langzamerhand in het ongerede. Het is een paradijs voor fotogafen die teloorgang willen vastleggen. Ik had me er erg op verheugd.
Eerst door naar Luderitz. De temperatuur zakte aanzienlijk naarmate we Luderitz naderden. Behalve een permit voor Kolmanskop moesten we ook even een vervelend knipperend rood lampje op het dashboard laten nakijken. Als je zo afhankelijk bent van je auto, negeer je geen rode lampjes.... Het bleek een onschuldig lampje te zijn (Airbag) dat niet zonder meer gereset kon worden. De garagehouder adviseerde me er een sticker over te plakken...
Overal in Ludritz waren Duitse stijlkenmerken aanwezig. Het kerkje, (Vakwerk)huizen in felle kleuren. Maar verder een dominante aanweigheid van een op het oog redelijk welgestelde (goed geklede) zwarte bevolking. Dominant achter mainstreet: de gesloten visconservenfabriek.
De permit bleek N$220 pp te zijn. Dat vonden we toch wel veel. We hebben er een genomen en ik heb als enige door het woestijnzand in Kolmanskop geploegd, huis in, huis uit. Bij sommige huizen zat er nog wat glas in de ramen.
Ook waren er een aantal huizen waar de trap nog intact was en je naar de bovenverdieping kon. Allemaal eens heel mooie huizen. Dat kon je aan het behang, de (grotendeels gekannibaliseerde) electra en de ruime badkamers zien. Het was mooi om vanaf de bovenverdieping, ingelijst door de glasloze ramen de omringende woestijn te fotograferen.
Een korte stop en fotoshoot gemaakt bij het verlaten, half ingestorte, stationnetje. Vlak voor zonsondergang in Aus, waar we de tank weer helemaal vol hebben laten gooien en veel water hebben ingeslagen. We gaan morgen echt van het asfalt af, op weg naar Sossusvlei: Alleen maar dirt-road.
De camping was geen schoonheid maar het sanitair werkte en er was warm water en een prima douche. Snel de tent opgezet, een shirt aangedaan en naar het Bahnhofhotel gegaan.In de ¨Biergarten¨ was een mooie tafel voor ons gedekt met een bordje ¨Werschkull party¨ . Ik heb in de USA geleerd dat ¨party¨ behalve ¨feestje¨ ook ¨groep¨ kan betekenen. De T-bone steaks waren prima. Groenten moesten we er apart bij bestellen. Ik heb iemand ironisch horen zeggen dat groenten in Namibie verboden zijn. Namibiers, lees ik, zijn echte carnivoren. Uiteindelijk voor 4 T-bonesteaks, 4 bier, twee flessen goede wijn, twee koffie, twee whiskey, een Amaroula en een ijsje met Amaroula (voor mij) N$1050 betaald. Uit eten is echt goedkoop hier... Om 9:00 naar bed. S-nachts 2x Coyotes, Hyena ´s of wilde honden oid horen huilen.
Even een stukje techniek: Op alle campings (tot nu toe) is electriciteit bij de kampeerplaatsen. In Namibie gebruiken ze de antieke Engelse 3-pins stekker, waarvan de pinnen in een driehoek staan. Het is onzin om er in Nederland een (dure, 16 Euro!!!) te kopen. In Windhoek kun je ze in de supermarkt gewoon kopen voor N$20 (2 Euro).
In de auto heb ik een verdeel-doos voor in de sigarettenaansteker met 4x sigarettenaansteker-pluggen en 2x USB. Daarmee kun je onder het rijden bijna alles opladen. Voor je telefoon moet je dan een snoertje USB--microUSB hebben. Mijn laptop draait momenteel ook op de accu. Ook camera-accus kun je zo opladen mits je een oplader met sigarettenaansterker-aansluiting hebt. Die kunnen dan allemaal tegelijk in de verdeeldoos. Voor laden met 220V moet je dan ook nog een 220V kabel bij je hebben. We hebben een zak ter grote van een kleine voetbal bij ons met dt soort snoeren. Heren fabrikanten: graag standaardisatie!!!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten