zaterdag 10 mei 2014

15 - Flappie


De pompbedienden maken een dansje als we langsrijden en wijzen op de benzinepomp. Iedereen doet hier veel moeite om klanten te krijgen. We gaan het binnenland weer in en hebben diesel nodig. Tanken dus maar. De pompbediende groet me met ¨Hey pap¨. Een halve liter olie er bij. Water is in orde.Verder hebben we voedsel voor 5 dagen ingeslagen. Voorlopig geen dorpjes meer.

We hebben afscheid genomen van de mensen van het prettige guesthouse. Gisetravond vertelde de oude baas nog het volgende:Er zijn 200.000 blanken in Namibie: ca 10 % van de bevolking. Namibiƫrs betalen pas belasting boven de N$4000 per mand (350 Euro). Daarom verdienen veel Namibiers N$4000,- en krijgen ze de rest zwart. Verder is 54% van de zwarte bevolking werkeloos. Daardoor mist de staat veel inkomstenbelasting. De belasting die binnenkomt wordt volgens hem ook nog te veel uitgegeven aan prestigeobjecten. Nee, hij was niet zo tevreden over de regering....


We rijden Swakopmund uit en komen vlak langs de Craftmarket waar Himba vrouwen met rode huid, klei in hun haren, blote borsten en slapende kinderen in hun armen hun waren verkopen, midden in een westerse stad. Hier komen eerste en derde wereld wel erg dicht bij elkaar. We rijden langs een muziekwinkel die we die al die tijd niet gezien hebben. Wouter en ik hadden graag even een gitaar in de hand gehad.


Het is nog redelijk vroeg en er hangt bewolking, ca 1 km landinwaarts ver. Tijdens de hele rit naar Hentiesbay rijden we onder bewolkte hemel door een vlakke troosteloze kustvlakte. We stoppen even bij het wrak van de ¨Zella of Hangana¨ die hier in 2008 voor de kust is vergaan. De golven spoelen over het roestige wrak en spatten af en toe spectaculair omhoog. Ook op dit afgelegen stuk strand zijn er verkopers die hier halfedelstenen verkopen. Er is veel armoede en iedereen doet zijn best om wat geld bijeen te schrapen. We kopen niets en voelen ons er niet gelukkig mee.


We slaan af richting Uis.We hebben de zeerobbenkolonie aan Cape Cross geschrapt. dat scheelt 100 km en we moeten vandaag 450 km rijden op gravel. Zeerobben hebben we gisteren al gezien. Ons einddoel vandaag is Aabadi Mountain Camp bij de Brandberg. De gravelweg onderscheidt zich de eerste 120 km in niets van de omringende vlakke woestijn. Prettig dat er electriciteitspalen langs staan. Ze gaan eindeloos door naar de horizon. We rijden onder de bewolking uit en er zijn gelijk weer fata morgana´s. In de verte zweeft een zwart blokje boven de weg. Het komt dichterbij: een vrachtauto.

Rechts van ons in de verte vermoedelijk de Spitzkuppe, schuin links in de verte de blauwe omtrekken van de Konigstein of Braunberg, ons doel van vandaag. In dit gebied zijn veel rotsschilderingen van de San. We willen de ¨white lady¨ gaan bezoeken. Het landschap wordt bergachtiger en mooier. Weer het hoge steppegras dat zo mooi glanst in het licht. We rijden Uis in om even bij een lodge koffie te drinken. Enkele jongelui komen op ons af en willen op onze auto passen. Ze slaan de verkeerde toon aan en het voelt niet prettig. We besluiten daarom door te rijden.


Als we bij de White lady aankomen is het 14:00. Het is behoorlijk heet, zeker 35 graden en de hike is in de volle zon. We nemen een verplichte gids (Prima want daardoor blijven de rotsschilderingen beschermd) en gaan op pad. De hike is 3 km maar voor Leni en mij redelijk heftig. Niet vanwege de afstand maar vanwege de hitte. De gids loopt op slippers, wij op wandelschoenen. Overigens is het winter hier. De gids zegt dat het s-zomers wel 45 graden kan worden en dat hij dan toch soms 8x per dag de hike moet maken.


De beroemde schildering met mensen en dieren is mooi en de hike waard. Al we terug zijn is het 16:00 en we moeten nog 150 km op gravel. Het gaat zeker niet lukken om voor donker op de plaats van bestemming te zijn. We doen alles wat ons nadrukkelijk is afgeraden: rijden hard (100 km p/u), maar verlagen de snelheid enigszins (80 km p/u) als de schemering echt invalt. Dit harde rijden is zeker niet zonder risico: we zien regelmatig langs de weg uitgebrande autowrakken. Er er lopen her en der koeien los.

De route is erg mooi, zeker in het late avondlicht. Maar omdat we op moeten schieten genieten we er wel minder van. Als het vrijwel donker is zien we in de koplampen een bord. Het is eigenlijk nog 20 km te vroeg, maar we stoppen toch even om te kijken. Het is de afslag naar ons kamp. Gelukkig dat we even gestopt zijn. We rijden de vrijwel donkere campsite op. Een blanke Namibier verwelkomt ons en schenkt ons wat te drinken in. Hij spreekt Engels met een sterk Duits accent. Wellicht werd er bij zijn ouders in Keetmanshoop toch vooral Duits gesproken.We zetten de tent in het donker op maar besluiten eerst een kampvuur aan te maken. Er is hier geen electriciteit en dus geen licht. Ook geen Wifi. De beheerder noemde het ironisch de ¨echte bush-ervaring¨. De toiletten zijn omringd door een soort ¨kraal¨ van takken.


Het is een mooie plek, dat blijkt vooral de volgende dag. We verzamelen wat hout en het vuur brandt snel. Het verlicht de kampeerplek op een romantische manier. Het is doodstil, afgezien van het geluid van de gekko´s. Verder schijnt de halve maan zo helder dat je de hele omgeving zelfs nog enigszins in kleur kunt zien. Het hoge gele gras is duidelijk zichbaar tot aan waar de bergen beginnen.  Gijs maakt Chili con carne en we drinken nog wat. De hond die is komen aanlopen (Die we flappie noemen) krijgt de restjes. Mooie dag maar wel veel gereden.

Geen opmerkingen: